|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Stotteren
bij kinderen Stotteren bij peuters en kleuters Therapie bij peuters en
kleuters Stotteren bij kinderen van de
basisschoolleeftijd Therapie bij kinderen
van de basisschoolleeftijd Therapie bij kinderen van de basisschoolleeftijd De ontwikkelingsfase van het stotterprobleem bepaalt de wijze
van stotterinterventie. Als kinderen op jongere
leeftijd al bewust zijn van hun stottergedrag en het stotteren zich in een
gevorderd stadium bevindt werken we ook direct met het kind. De
ontwikkelingsfase waarin het kind zich op andere gebieden bevindt, cognitief,
sociaal-emotioneel en talig bepaalt hoe de therapeut het kind aanspreekt. Niet alleen de therapeut en het
kind maar alle mensen die met het kind
werken en samenleven worden betrokken in de therapie, ouders,
broertjes/zusjes, grootouders, vriendjes, vrienden/familie, leerkrachten en
andere professionele hulpverleners en andere kinderen die stotteren. Er wordt zoveel mogelijk aan
alle betrokkenen informatie gegeven en met hen overleg gepleegd. 4
onderdelen van het stotteren
(naar Stournaras) Het 4 componenten model van Stournaras
is het raamwerk voor het onderzoek en de therapie. In dit model
vormen vier hoofdcomponenten de basisstructuur voor stotteren: de
verbaalmotorische (praten/stotteren/doen), de cognitieve (denken), de
emotionele (voelen) en de sociale (andere mensen) component. Aan het begin van de therapie wordt het einddoel bepaald
waarbij de mogelijkheden en de behoefte van het kind centraal staan. Wat willen en kunnen we
bereiken? Volledige vloeiendheid is niet altijd haalbaar, wel haalbaar is met
plezier, makkelijk, zonder angst en spanning kunnen spreken. Heel belangrijk is te weten
welk doel de ouders en kind hebben en dat zij deze heel expliciet uitspreken,
samen bepalen we of de therapeut met
hen aan dit doel kan werken. De therapeut lost samen met het
kind ‘de stotterpuzzel’ op. In het begin onderzoeken we hoe hij en zijn
vloeiendheid en stotteren in elkaar zitten en hoe dat is in contact met
anderen. In de volgende fasen van de
therapie wordt het kind en zijn omgeving steeds meer gestimuleerd om zelf aan
het werk te gaan. De therapie richt zich na een uitgebreid onderzoek, op de
factoren die stotteruitlokkend zijn maar vooral ook op de factoren die
vloeiendheid bevorderen en in stand houden. Er is ook veel aandacht voor de
gezinsstructuur/-dynamiek/-overtuigingen en persoonlijke karakterstructuur
van het kind. Als de disbalans betrekking
heeft op de psychosociale ontwikkeling van uw kind wordt er gewerkt met het
karakterstructurenmodel dat vanuit het Bodynamic-instituut verder ontwikkeld
is door Lia Tieleman. Deze werkwijze is uniek voor de
Stotterinterventiecentra. Klik hier om het model
te bekijken. Vaak neemt het stotteren een
grote plaats in het leven/het contact met het kind. We proberen in dat
opzicht ook de balans weer te vinden, wie ben jij nog meer behalve een kind
dat stottert? Meestal is het goed om eerst
veel aandacht te geven aan ‘de binnenkant’ van het stotteren. Als een kind en zijn omgeving
anders gaan denken over stotteren worden zij al meer ontspannen en gaat het
praten vaak al makkelijker. Als het kind vrij van angst- en schaamtegevoelens
is kan hij leren hoe hij stottert en hoe hij dat kan door gebruik van
spreektechnieken en stottercontroletechnieken zijn stotteren kan veranderen
en verminderen. De therapeut is de coach en helpt het kind zijn eigen coach te
worden. Het therapiedoel is: wat zijn
zijn mogelijkheden en welke factoren helpen hem om zich vrij te voelen met
iedereen te kunnen communiceren en zo makkelijk mogelijk en vloeiend te
spreken De therapie is gericht op vloeiendheid, waar zit de vloeiendheid,
hoe krijg je er meer van? Alles waar je aandacht aan geeft daar krijg je meer van! Stotteren is alles wat je doet om niet te stotteren |
|
|
|
|
|
|
|